Waarschuwingstekens voor Voedsel Intolerantie (7)

U hebt een te trage schildklier (hypothyreoïdie)

Wat is een te trage schildklier (hypothyreoïdie)?
Een te trage schildklier (hypothyreoïdie in een medische context) verwijst naar wanneer de schildklier onvoldoende schildklierhormonen produceert.

Hoe wordt een schildklierhormoon aangemaakt.

Voor de aanmaak van schildklierhormoon is jodium nodig. Jodium krijg je vooral binnen via het zout waaraan het is toegevoegd en dat onder andere in ons brood zit. Ook is het aminozuur tyrosine nodig. Jodium wordt vanuit het bloed via de schildkliercel (of follikelcel) in de schildklierblaasjes gebracht, waar het wordt omgezet in het jodiumatoom, iodine.

De schildkliercel maakt thyreoglobuline aan en brengt dit in de schildklierblaasjes. Thyreoglobuline bevat tyrosines die met behulp van het enzym TPO ieder twee jodiumatomen kunnen binden. Als tyrosine één jodiumatoom bindt ontstaat monoiodotyrosine of MIT. Bindt tyrosine twee jodiumatomen, dan ontstaat diiodotyrosine of DIT.

T4 heeft vier jodiumatomen en ontstaat door koppeling van twee DITs (2+2 jodiumatomen). T3 heeft drie jodiumatomen en ontstaat door koppeling van een DIT en MIT (2+1 jodiumatomen).

De overgrote meerderheid van alle hypothyreoïdie gevallen wordt veroorzaakt door een auto-immuunziekte die bekend staat als Hashimoto's. Voorlopige studies suggereren een sterke link tussen Hashimoto's en een intolerantie voor gluten (specifiek coeliakie). In feite heeft ongeveer 16% van degenen met coeliakie antilichamen die de schildklier aanvallen (10).

Verschillende studies hebben ook aangetoond dat een glutenvrij dieet het aantal antilichaanklier antistoffen vermindert, wat gunstig is voor behandeling met hypothyreoïdie en het voorkomen van nieuwe problemen.  

Met andere woorden, mensen met een trage schildklier hebben een grotere kans op voedselintolerantie, namelijk gluten.

Bloedgroepen bij mensen*

Het bloed van verschillende mensen is niet identiek. Je hebt waarschijnlijk wel al eens gehoord van bloedgroepen. Deze bloedgroepen worden bepaald door de aan of afwezigheid van bepaalde eiwitten in het celmembraan van rode bloedcellen.

Er kunnen twee eiwitten voorkomen in deze bloedcellen: het antigeen A en het antigeen B.
In het bloedplasma kunnen zich specifieke afweerstoffen bevinden tegen elk antigeentype:
de antistof A (werkzaam tegen antigeen A) en de antistof B (werkzaam tegen antigeen B).

Als een antilichaam in contact komt met het overeenstemmende antigeen, veroorzaakt dat samenklontering van de bloedcellen. Wanneer bloed met het eiwit antigeen A in aanraking komt met het antilichaam A, zullen de rode bloedcellen van het bloed gaan samenklonteren. Natuurlijk komen in het bloed van één mens nooit de antigenen en de overeenstemmende antilichamen samen voor.
Aan de hand van deze feiten onderscheidde men 4 bloedgroepen: A, B, AB en 0

Het ontdekken van je eigen voedselgevoeligheden en het vervolgens onthouden van voedsel, is misschien wel het belangrijkste wat je kunt doen om deze aandoening te behandelen. Zoals bij veel gevolgen van een voedselintolerantie kan de oorzaak bepaald worden door de eliminatie methode toe te passen. Hierdoor kom je er achter welk voedingsmiddel de oorzaak kan zijn. Een uitstekend hulpmiddel daarbij is de Voedselintolerantie Test. Daarbij krijg je de resultaten van de voeding waar je intolerant voor bent. Je kunt dan op een gerichte wijze de eliminatie methode gaan toepassen. Daardoor kom je er sneller achter welk voedingsmiddel de oorzaak is. Wil je een Voedsel Intolerantie Test bestellen, dan kan dat door HIER te klikken. In vier eenvoudige stappen bestel je een test en aan de hand van het resultaat kun je zien waar jij intolerant voor bent.

bron: http://educatie.ugent.be/elogebruik/leerpaden/erfelijkheid/bloedgroepen.html